We smulden overheerlijke ovenkoeken op het werk deze week.  Ovenkoeken worden precies steeds vergeten hier thuis.  Ze worden jammergenoeg genegeerd in onze menukeuze.  Nochtans zijn die bebloemde schijven echt berelekker, we moeten ons echt meer op ovenkoeken gaan concentreren.  Met potsuiker uiteraard.  Al weet mijn echtgenoot niet wat ik met potsuiker bedoel.  Als westhoekse zeg ik potsuiker tegen wat in zijn ogen bruine suiker heet.  Ik zeg bruine suiker tegen wat hij kandijsuiker noemt.  In feite is potsuiker blonde suiker.  En zo gaat het taalspelletje door bij ons.  Maar één ding blijft voor elke Belg gelijk: op de verpakking van de potsuiker staat al jaren hetzelfde jongetje met het eigenaardige ding in zijn handen.  Is het een pannenkoek?  Is het een boterham?  Wat eet hij eigenlijk?  Dat er een aardige berg potsuiker op te vinden is, dat is zeker!

Naast de pietluttige potsuiker/ovenkoekenkwestie is er eigenlijk ander belangrijk nieuws te melden:

Het boek won zonet eventjes de Bronzen Uil.  Ik kan alleen maar zeggen dat

APETROTS 

een understatement is voor hoe ik me hierbij voel!

Het is zeker verdiend, want het boek is geweldig!  De schrijver ook trouwens!

3 reacties

  1. Grappig.. bij ons noemen ze die ‘blonde’ suiker “kinnekessuiker”, omwille van het kind op de verpakking. Ik nam altijd aan dat hij een boterham aan het eten was, omdat wij dat vroeger wel s aten, een boterham met plattekaas en kinnekessuiker.

Plaats een reactie